Apotheek van Laaren

Laan van Meerdervoort 629
2564 AB Den Haag

Tel: 070-3608683
E-mail: info@apotheekvanlaaren.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

fluvoxamine

Fluvoxamine behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI’s. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals dwangstoornis, sociale fobie, specifieke fobie, paniekstoornis en posttraumatische stressstoornis. Het wordt ook gebruikt bij narcolepsie (slaapziekte).

Wat doet fluvoxamine en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen mensen met depressiviteit snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten.

Effect
Fluvoxamine vermindert de depressieve klachten. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Het is belangrijk om het medicijn dan nog ongeveer een halfjaar te blijven gebruiken. Daarmee verkleint u de kans dat de depressie terugkomt. Bij ouderen en mensen die eerder een depressie hebben gehad adviseren artsen vaak om dit medicijn langer te gebruiken.

Werking
Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van fluvoxamine merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van de bijwerkingen en angstgevoelens. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over depressie . “

Angstgevoelens en gespannenheid

Verschijnselen
Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

Behandeling
Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, zoals fluvoxamine of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u afwegen welke aanpak het beste is in uw situatie.

Effect
Fluvoxamine vermindert vooral de angstverschijnselen zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.

Het is belangrijk om het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Werking
Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van fluvoxamine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over angstgevoelens en gespannenheid . “

Dwangstoornis

Verschijnselen
Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaald handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangstoornis is een ‘obsessief-compulsieve stoornis’.

Behandeling
Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook fluvoxamine te gebruiken.

Effect
Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van fluvoxamine merkt. U kunt wel vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over dwangstoornis . “

Sociale fobie

Verschijnselen
Bij een sociale fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor kritiek van anderen. Men heeft daarbij last van lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, zweten, blozen en hartkloppingen. Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last.

Behandeling
Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn sterk verminderen.

Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook fluvoxamine te gebruiken.

Effect
U merkt het effect van fluvoxamine niet meteen. Dit kan drie tot vier maanden duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over sociale fobie . “

Specifieke fobie

Verschijnselen
Bij een specifieke fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor bepaalde dingen of situaties, zoals spinnen, bloed, hoogtes (hoogtevrees), vliegen (vliegangst) of kleine ruimtes (claustrofobie). Men kan daarbij last krijgen van lichamelijke klachten, zoals trillen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of hartkloppingen. Door deze verschijnselen kunt u nog banger worden en in paniek raken.

Behandeling
De behandeling van een specifieke fobie bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog. Helpen de gesprekken niet voldoende? Dan kunt u kiezen voor gedragstherapie. Heeft u dagelijks erg veel last van de angsten, en helpt gedragstherapie niet? Dan kan uw arts u adviseren ook fluvoxamine te gebruiken.

Effect
U merkt het effect van fluvoxamine niet meteen. Dit kan 6 tot 8 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over specifieke fobie . “

Paniekstoornis

Verschijnselen
Bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid slappe benen en hartkloppingen. U kunt tijdens een aanval het gevoel hebben dat u doodgaat of gek wordt.

Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last, maar bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen dan uw leven.

Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen. Sommige mensen proberen ook de situatie waarin een paniekaanval ontstaat te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

Behandeling
Iedereen heeft wel eens een lichte mate van paniek ervaren, maar als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen.

De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals fluvoxamine.

Effect
Fluvoxamine vermindert de kans op en ernst van een paniekaanval. Ook zorgt fluvoxamine ervoor dat de paniek tijdens een aanval minder heftig is. Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Bij stoppen met het medicijn keren de paniekaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld gedragstherapie.

Werking
Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van fluvoxamine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de paniekklachten zelfs toenemen.

Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over paniekstoornis . “

Posttraumatische stressstoornis

Verschijnselen
Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk.

Als het niet lukt dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stressstoornis krijgen. Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later. Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren, bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties.

Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

Behandeling
Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Fluvoxamine kan helpen bij een posttraumatische stress-stoornis als ook sprake is van depressiviteit.

Effect
Het effect van fluvoxamine merkt u niet meteen, maar pas na twee tot vier weken. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over posttraumatische stressstoornis . “

Narcolepsie

Verschijnselen
Narcolepsie is een slaap- en waakstoornis met slaapaanvallen overdag. U heeft dan overdag slaapaanvallen die u niet tegen kunt houden. Ook kan uw slaap in de nacht vaak worden onderbroken, waardoor u overdag moe en slaperig bent. 

Bij narcolepsie kunnen ook de spieren opeens verslappen (kataplexie). Dit gebeurt meestal als reactie op hevige emoties, zoals lachen of schrikken. Zo’n aanval duurt een paar seconden tot een paar minuten. U bent bij deze aanval bij bewustzijn.

Ook slaapverlamming komt vaak voor. Hierbij verslappen uw spieren net voor u in slaap valt of als u net wakker bent. U kunt zich dan even niet bewegen. 

Oorzaak
De ziekte is zeer zeldzaam en ontstaat meestal tussen het 15e en 30e levensjaar. Het is niet bekend hoe het ontstaat.

Behandeling
Allereerst bestaat de behandeling van narcolepsie uit het zorgen voor regelmaat in uw leven. Bijvoorbeeld door elke dag op dezelfde tijd op te staan en naar bed te gaan. Ook het doen van korte dutjes overdag van 20 tot 30 minuten kunnen helpen.

Verder kan uw arts fluvoxamine voorschrijven, vooral als u last heeft van slaapverlamming of plotselinge spierverslapping als gevolg van een hevige emotie.

Werking
Fluvoxamine vermindert slaapverlamming en de plotselinge spierverslapping. De werking begint binnen een paar weken.

Lees meer over narcolepsie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Bijwerkingen treden niet bij iedereenop, maar alleen bij personen die daar gevoelig voor zijn.

De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, verstopping, krampen en verminderde eetlust.
     

    De bijwerking gaat meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Ook kunt u de arts vragen een dosering voor te schrijven waarmee u langzamer opbouwt.

     

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing.

    Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Sommige mensen blijven last hebben van seksuele stoornissen, zelfs na het stoppen met het medicijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Sufheid, slaperigheid en een verminderd reactievermogen.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten als u last heeft van deze bijwerkingen.

  • Slapeloosheid

    Heeft u hier last van, neem het medicijn dan altijd 's ochtends in.

  • Hoofdpijn, duizeligheid, verwardheid, angst en nervositeit.

    Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.

  • Droge mond.

    Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Wazig zien.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Gewichtsverandering

    Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.

  • Zweten, gapen, trillen en bibberen.

  • Hartklachten, zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben meer kans op hartritmestoornissen.

    Raadpleeg uw arts als u veel last heeft van deze bijwerking. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

  • Huiduitslag en jeuk.

    Raadpleeg in dat geval uw arts. Zeer zelden komt dit door een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige huidaandoening met blaren op de huid. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst. Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloosheid. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson kunnen hier meer last van krijgen.

    Raapleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de dosering van dit medicijn worden verlaagd.

  • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten, vijandige gevoelens naar zichzelf of anderen. Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord.

    Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren.

  • Hallucinaties (dingen zien en horen die er niet werkelijk zijn).

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Sneller en langer bloeden bij een verwonding. Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen.

    Raadpleeg uw arts als u daar veel last van heeft. Dit medicijn kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom uw arts dat u dit medicijn gebruikt wanneer u een operatie moet ondergaan.

  • Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen.

    Overleg hierover met uw arts.

  • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid.

    Waarschuw bij deze klachten uw arts.

  • Haaruitval

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U kunt dit merken aan huiduitslag, jeuk en galbulten.

    Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. Mogelijk is er sprake van een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor fluvoxamine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen.

    Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Als u dit middel toch moet gebruiken, zal uw arts u extra onder controleren.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik fluvoxamine gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnenis vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u behalve fluvoxamine een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van fluvoxamine vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch fluvoxamine samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
  • Middelen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline), trazodon, mirtazapine en agomelatine. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als u ze tegelijk met fluvoxamine gebruikt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als u al gestopt bent met dit medicijn kan het enkele dagen tot weken duren voor u een ander medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Fluvoxamine kan de werking van het antistollingsmedicijn versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u fluvoxamine gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
  • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met fluvoxamine gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
  • Carbamazepine, onder andere gebruikt bij epilepsie. Dit medicijn verdwijnt door fluvoxamine minder snel uit het lichaam. Hierdoor kan te veel carbamazepine in het bloed komen. U zult de hoeveelheid carbamazepine in uw bloed regelmatig moeten laten controleren. De arts zal de dosering dan eventueel verlagen.
  • Alprazolam en midazolam, slaap- en rustgevende medicijnen. Fluvoxamine versterkt de werking en bijwerkingen van deze medicijnen. Hierdoor kunt u meer last krijgen van sufheid. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie voorgeschreven hebt gekregen. Misschien kan hij u een ander medicijn voorschrijven dat de wisselwerking niet heeft.
  • Clozapine en olanzapine, medicijnen tegen wanen (u gelooft of denkt dingen die niet kloppen) en hallucinaties (u ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn) (antipsychotica). Fluvoxamine kan de bijwerkingen van deze medicijnen versterken. Neem contact op met uw arts.
  • Pimozide, een medicijn tegen wanen en hallucinaties (antipsychoticum). Bij combinatie met pimozide heeft u een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik het NIET samen met pimozide, behalve als dit volgens uw arts onvermijdelijk is.
  • Theofylline, een medicijn bij benauwdheidsklachten. Fluvoxamine versterkt de bijwerkingen van dit medicijn. Bij voorkeur kiest de arts een ander medicijn tegen depressiviteit of angststoornissen. Is dit niet mogelijk, dan zal uw bloed extra op de hoeveelheid theofylline moeten worden gecontroleerd. Dit moet ook extra gebeuren als u stopt met fluvoxamine, omdat dan het effect van theofylline kan afnemen. Neem ook contact op met uw arts wanneer u last krijgt van bijwerkingen zoals maagklachten, hoofdpijn, duizeligheid en aanvallen van epilepsie.
  • Tizanidine, een spierverslapper. Fluvoxamine versterkt de bijwerkingen van dit medicijn, zoals slaperigheid en duizeligheid. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie krijgt voorgeschreven.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

  • De pijnstillers pethidine en tramadol.
  • Het medicijn tegen migraine sumatriptan.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline.

Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals: trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met fluvoxamine gebruiken. Overleg met uw arts.

  • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
    fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met fluvoxamine duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met fluvoxamine mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met paroxetine beginnen. Overleg met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperig zijn. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste week van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog of omlaag gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen. Ook dan mag u niet autorijden.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: ook depressie of erege paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind.
Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. En er zijn geen aanwijzingen op een sterk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Wel is bekend dat bij de baby ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan wanneer u dit medicijn voor lange tijd gebruikt tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester). Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.
Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de baby of voor u zijn. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een heel kleine hoeveelheid in de moedermelk. De kans dat er bijwerkingen optreden bij de baby is klein. Maar niet helemaal uit te sluiten. Merkt u dat de baby de eerste weken slecht slaapt, suf is, veel huilt, slecht drinkt of niet goed groeit? Neem dan contact op met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
U kunt de tabletten het beste heel doorslikken, zonder te kauwen. De tabletten smaken namelijk erg vies.

Wanneer?
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan ’s avonds voor het slapengaan in. Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter ’s ochtends innemen.

Hoe lang?

  • Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal zes maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
  • Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal een jaar blijven gebruiken.
  • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
  • Sociale fobie. Als het medicijn na 4 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Specifieke fobie. Als het medicijn na 8 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.

Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert, en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.